De lakenvelder

De Lakenvelder is een oud-hollands ras dat herkenbaar is aan de witte band over het midden van het lijf, verder zijn de koeien helemaal rood of zwart. In de 18e en 19e eeuw werd de Lakenvelder in Nederland gebruikt voor decoratie en begrazing bij kastelen en landhuizen. Deze kleinere, zelfredzame koe met de decoratieve kleurtekening was ideaal om mee te pronken. De grootte van het gebouw kwam extra goed uit, de luxe uitstraling van de bijzondere kleurtekening sprak aan en met relatief weinig ingrepen en verzorging konden de dieren gehouden worden. Inmiddels zijn er verschillende liefhebbers van dit klassieke duurzame ras die ze veelal op kleinschalige boerderijen houden.

De Lakenvelder is een dubbel-doel koe. Dit wil zeggen dat zowel de melk als het vlees geschikt is om voor consumptie te gebruiken. De opbrengst is wel minder dan bij de rassen die speciaal zijn doorgefokt om melk of vlees te leveren. Dit kun je ook zien aan de bouw van dieren die "gemiddeld" te noemen is en duidelijk verschilt van melk- en vleesrassen. Het voordeel is dat bij het houden van de Lakenvelder minder concessies gedaan hoeven te worden aan dierenwelzijn om vlees of melk voor consumptie te verkrijgen. Eigenlijk is de Lakenvelder zelfs een 4-doelen koe: melk- en vleesopbrengst, een mooi beeld in het landschap en het onderhouden van het landschap en natuurgebieden.

 

Het Bonte schaap

Vaststaat dat het bonte schaap van oudsher voorkomt in het veenweidegebied en dat het zich pas de laatste tien jaar heeft verspreid over de rest van het land.  Makkelijke beesten, waar je weinig omkijken naar had. Het waren geliefde schapen, maar er is wel heel wat ingekruist. Ook de laatste tien jaar wordt het bonte schaap gekruist met Texelaars of Zwartblessen. Soms voor het gemak, of om er wat meer vlees aan te krijgen. Al onze schapen zijn oorspronkelijke vleesrassen en dat betekent dat de kwaliteit van het vlees zeer goed is en een natuurlijke smaak heeft.